Van Provo tot Wilders
Gastcollege over de recente geschiedenis van Nederland op de Universidad Complutense de Madrid

door H. Rijnen /15 februari 2019

Provo’s, Kabouters en Dolle Mina’s. Marokkaanse en Turkse immigratie. Abortus, euthanasie en homosexualiteit. Tolerantie en onverdraagzaamheid. Pim Fortuyn en Geert Wilders. Al deze onderwerpen en nog veel meer passeerden de revue op het gastcollege dat docent Manuel Sánchez Romero van de Universiteit van Sevilla op woensdag 6 februari j.l. gaf op de Universidad Complutense de Madrid.

Onderwerp: veranderingen in de Nederlandse samenleving sinds de jaren zestig van de vorige eeuw.
Het publiek bestond uit een groepje studenten van de Sección de Neerlandés van het Departamento de Lengua Alemana van de Facultad de Filología en hun docente, María Jose Calvo González. Daarnaast waren ook enkele belangstellenden van buiten de faculteit aanwezig.
Sánchez Romero gaf een uitgebreid overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in Nederland. Hij besteedde veel aandacht aan de Provo-protestbeweging in Amsterdam in de jaren zestig, die als het ware de aftrap gaf voor de snelle transformatie van de Nederlandse samenleving van een diep conservatieve maatschappij tot het spreekwoordelijke baken van tolerantie en flexibiliteit. Ontwikkelingen in de jaren zeventig en de decennia daarna stelden die tolerantie en flexibiliteit echter ter discussie.
Weliswaar is Nederland nog steeds een voortrekker waar het gaat om individuele rechten en vrijheden: sexuele vrijheid (denk aan vergaande acceptatie van homosexualiteit), euthanasie, abortus, soft drugs. Die culturele revolutie heeft zich geconsolideerd en weerspiegelt zich ook in het feit dat een grote meerderheid van ‘oude’ Nederlanders, d.w.z. Nederlanders die al vele generaties in het land wonen, niet kerkelijk meer is.
Tegelijkertijd heeft de immigratie van vooral Turken en Marokkanen gezorgd voor diepe splitsingen in de Nederlandse samenleving tussen oude en nieuwe Nederlanders. Wat zegt dit over de tolerantie en flexibiliteit van de oude Nederlanders? Of is het probleem vooral het gebrek hieraan bij de nieuwe Nederlanders? Ook onder de oude Nederlanders worden de muren tussen de ‘haves’ – de hoogopgeleiden met een goede baan en hoge inkomsten – en de ‘have-nots’ steeds dikker en de communicatie tussen deze twee groepen steeds dunner. De winnaars en verliezers van de globalisering groeien uit elkaar.
Het gastcollege van Sánchez Romero zette aan tot nadenken. Het was dan ook zeer terecht dat hij zijn college besloot met een open vraag: hoe tolerant is Nederland echt, hoe makkelijk of moeilijk is het voor nieuwelingen om er in Nederland echt bij te horen?

Harry Rijnen
Consultant en voormalig journalist
Politicoloog, Universiteit van Amsterdam